Tasmania-Trip
Door: webmaster
Blijf op de hoogte en volg Jeroen
24 Februari 2008 | Australië, Hobart
Hey mensen,
Tijd voor weer eens een berichtje uit Aussie. Twee weken geleden waren we in Melbourne, en sindsdien is er al weer heel wat gebeurd hier.
Welnu, we zijn dus met de Greyhound-bus van Albury naar Melbourne gegaan. Daar kwamen we 's avonds tegen tienen aan. Mooi donker dus. Toch geprobeerd zo snel mogelijk ons hostel op te zoeken. Deze zat in St. Kilda, een populaire wijk in het zuiden van Melbourne. Wij waren aangekomen ergens in het centrum. We hebben dus meteen maar even de weg gevraagd aan iemand.. Gelukkig rijden in Melbourne de trams af en aan, dus zijn we daar maar zo snel mogelijk ingestapt. Maarja de kunst is dan om op de goede momenten over te stappen. Aangezien wij allebei niet over al te veel aangeboren orientatievermogen beschikken, hebben we een behoorlijke tijd door deze megastad gedoold, trams op en afstappende. Na een klein uur waren we dan eindelijk waar we zijn moesten: het hostel. We hadden er drie nachten geboekt, achteraf waren dit drie nachten te veel. Het was echt een vreselijk hostel; we zaten op een kamer met 10 mensen, waar het een ongelooflijke bende was en de ruimte ook gewoon veel te klein was voor 10 mensen. Bovendien was het er 's nachts enorm lawaaiig. We hadden dan ook meteen al spijt om hierheen te gaan. Omdat het die 3 dagen ook nog is regenachtig en koud weer was, moesten we deze dagen maar snel weer vergeten.
Wel hebben we toen het idee opgevat om met de ferry naar Tasmania te gaan, een eiland ten zuiden van het 'vasteland' van Australie, vooral bekend vanwege de befaamde en unieke Tasmanian Devil. Daar hebben we dus tickets voor geregeld, en zondagochtend 10 februari om 9 uur 's ochtends voerden we uit. De tocht van Melbourne naar Devonport op Tasmania duurde ongeveer 9 uur, deze uren hebben we voornamelijk al slapend en films kijkend doorgebracht. Onderweg hadden we allebei nog wat last van zeeziekte, want dat deinen is op een gegeven moment echt niet grappig meer. Eenmaal aangekomen in Devonport hebben we een taxi genomen naar ons hostel, welke we voor 1 nacht geboekt hadden.
Aangekomen daar kwamen we meteen in contact met 2 Nederlanders; Alexander en Petra. Zij zaten op dezelfde ferry en waren dus ook net aangekomen hier. Deze twee hadden een auto meegenomen en al gauw leek het ons allemaal een goed idee om met z'n vieren door Tasmania te gaan reizen. De volgende morgen zijn we op tijd opgestaan, want we hadden een lange tocht voor de boeg. Eerst kwamen we door het plaatsje Penguin. Een dorp dat bekend is door, ja je voelt hem aankomen... pinguins. Dus wij vragen of we pinguins konden zien. Nou, niet dus, de pinguins zijn sowieso overdag niet te zien (dan zitten ze op zee), maar ook 's avonds kwamen ze hier sinds enkele jaren niet meer. Jammer van zo'n plaatsnaam dan weer.
Vervolgens hebben we onze weg vervolgd richting Cradle Mountain, een bekend nationaal park op Tasmania. We hadden gehoord dat het wel erg regenachtig is daar; 9 van de 10 dagen zou er regen vallen. Uiteraard hadden wij net die ene perfect zonnige en warme dag uitgezocht om het park te bezoeken. Het was echt een schitterend park; meertje met helderblauw water, met op de achtergrond een berglandschap en veel groen. Leverde natuurlijk prachtige plaatjes.
Toen we net weg wilden rijden uit het park, stak er op enkele meters voor onze auto een wombat de straat over op z'n dooie akkertje. Dat hadden meer toeristen gezien, dus iedereen met fototoestel in de aanslag die kant op. Wij konden uiteraard niet achterblijven, dus schoten we ook een mooi plaatje.
Later hebben we onze weg vervolgd naar Strahan, waar we nog slaapplaatsen moesten zoeken voor de nacht. Daar aangekomen leek eerst alles vol te zijn, maar nadat we gegeten hadden, hoorden we dat er toch nog een cabin beschikbaar was voor 4 mensen. Meteen geboekt dus.
Dinsdag weer op tijd eruit gegaan, want we wilden in Strahan zelf nog wat dingen doen, en aan het einde van de dag wilden we in Hobart, de hoofdstad van Tasmania zijn. In Strahan waren er een aantal mogelijkheden wat we konden gaan doen. Zo konden we een riviercruise doen, die ons zeer werd aanbevolen door een local. We konden ook met een soort stoomtrein door de bush gaan, wat ons ook wel gaaf leek. Deze opties bleken behoorlijk duur te zijn, dus in al onze wijsheid hebben we toen besloten om te gaan kayakken op het meer. Het leek eerst een mooie zonnige dag te worden, maar eenmaal op het meer begon het te regenen, te waaien en het werd dus steeds onaangenamer. We hebben nog even aangemeerd bij een strand, waar we in een soort kleedkamer zijn gaan staan. Daar waren we in ieder geval beschut tegen regen en wind. Trillend en blauw van de kou hebben we daar wat broodjes naar binnen gewerkt. Vervolgens zijn we als een speer teruggekayakt naar het startpunt, hebben we ons omgekleed, en zijn we in de warme auto gaan zitten. Heerlijk, zo'n ochtendje kayakken, moeten we vaker doen!
We zijn toen verder gereden naar Lake St. Clair, dat is eigenlijk hetzelfde nationale park als Cradle Mountain, maar dan helemaal aan de andere kant. Het begon alweer laat te worden, en we moesten nog een heel eind rijden naar Hobart, dus we zijn hier niet te lang geweest. Snel onze weg vervolgd en 's avonds kwamen we aan in Hobart. Daar hebben we boodschappen gedaan en om 10 uur 's avonds ging Alexander proberen rijst te koken voor ons 4. De pannen wilden niet echt meewerken, en zo kon het gebeuren dat we om 23.30 aan ons avondeten konden beginnen. Het stadium van honger waren we eigenlijk al gepasseerd toen, maar het smaakte nog steeds erg goed.
De volgende dag hebben we uitgeslapen en 's middags zijn we Hobart ingegaan. Eerst zijn we naar de oudste bierbrouwerij van Australie gegaan: Cascade Brewery. Hier hebben we natuurlijk de nodige pintjes geproefd, en het viel ons bepaald niet tegen. Daarna zijn we door de stad gewandeld. Ons was verteld dat met name het oude centrum en de haven erg mooi zouden zijn. Dat viel toch behoorlijk tegen, het stelde niet al te veel voor eigenlijk. 's Avonds wat tv gekeken in het hostel en vervolgens gaan slapen.
De volgende morgen (donderdag inmiddels) zijn we vanaf Hobart naar Port Arthur gegaan, in zuidoostelijke richting. Maar voordat we daarheen gingen, zijn we gestopt bij een park waar ze Tasmanian Devils houden. Wat een gave beesten zijn dat! Als je ze zo ziet, lijken het echt knuffelbeesten. Maar dat is voordat ze gevoerd worden. Een verzorger hield een konijn oid voor hun neus, en ze waren niet meer te houden. Ze vraten dat beest al ruziend met elkaar op. En met 'op' bedoelen we ook echt 'op'; er bleef echt niets meer van over, huid en botten vreten ze er zo bij op. Fantastisch om te zien. Verder zijn we daar nog even op de foto gegaan met wat kangoeroes, altijd leuk natuurlijk.
Na deze stop zijn we verder gereden naar Port Arthur, dit was eerder een grote gevangenis. Er zijn echter alleen nog maar ruines van over nu. Wat opviel was dat de meeste gevangenen nog geen 20 jaar waren geweest, en dat ze voor de meest onschuldige vergrijpen jarenlang of zelfs levenslang moesten zitten.
Dit gezien hebbend, vervolgden we de tocht naar Coles Bay, helemaal in het oosten van Tasmania. Het was nog een gigantisch eind rijden (je verkijkt je behoorlijk op de afstanden daar...) en 's avonds laat konden we gelukkig nog ergens een camping boeken. Jaja we kamperen hier zelfs. Avondeten hadden we nog niet gehad, dus staken we de bbq maar aan (11 uur 's avonds!). Niet helemaal volgens plan, maar uiteindelijk is het wel een erg gezellige avond geworden.
Vrijdag zijn we weer vroeg uit de veren gegaan (was niet erg moeilijk dit keer, gezien de weinig comfortabele slaapplaatsen) en op weg gegaan naar Freycinet National Park, en dan met name Wineglass Bay.. Deze Wineglass Bay is algemeen bekend als 1 van de mooiste stranden ter wereld. We hadden dus hoge verwachtingen. Om van het uitzicht te genieten, moesten we eerst een flinke klim maken. Maar dat was het dubbel en dwars waard, een geweldig uitzicht! Kristalhelder blauw water omringd door rotsen! Echt fantastisch!
We zijn via de rotsen nog afgedaald naar het helderblauwe water. Aangekomen daar was het nog mooier dan van boven. Eerst even met onze voeten in het water gestaan, het was behoorlijk koud! Het was sowieso geen al te warme dag, dus we waren niet echt gekleed op het nemen van een duik. Toch waren we van mening dat we absoluut even moesten gaan zwemmen in deze prachtige zee! Dus zijn we maar in onze boxershorts het water in gesprongen. Het was dan wel ijskoud, we hebben er toch maar gezwommen. De zee was zo helder, dat je op elke plaats waar je stond in het water, je eigen voeten duidelijk kon zien.
Omdat Alexander en Petra de volgende dag met de ferry teruggingen naar Melbourne, moesten we nog naar Devonport rijden, ongeveer 300 km. Onderweg daarheen hebben we besloten dat we toch ook nog even wat pinguins wilden zien, dus zijn we gestopt in Burnie, bij een pinguin-lookout. We waren precies op tijd. De pinguins komen dan uit zee lopen en zoeken hun nest op. We hebben er dus een paar gezien, maar helaas niet kunnen fotograferen. Er mag namelijk niet geflitst worden, want dat maakt die beesten bang en kan er voor zorgen dat ze dan niet meer terugkomen.
Een dag later (zaterdag) hebben we onze reisgenoten uitgezwaaid en hebben wij ook onze tickets geboekt voor de ferry terug naar Melbourne voor zondag (dan konden we namelijk korting krijgen). Die middag zijn we nog naar het strand geweest. De volgende morgen dus op de ferry gestapt, terug naar Melbourne.
Momenteel verblijven we bij Alfons en Betty, kennissen van familie van Jeroen. Zij wonen in het plaatsje Tyers, anderhalf uur rijden van Melbourne. Over ons reilen en zeilen daar vertellen we later meer.
Wederom bedankt voor de reacties! Keep 'em coming!!
Groeten Jeroen en Michiel
Tijd voor weer eens een berichtje uit Aussie. Twee weken geleden waren we in Melbourne, en sindsdien is er al weer heel wat gebeurd hier.
Welnu, we zijn dus met de Greyhound-bus van Albury naar Melbourne gegaan. Daar kwamen we 's avonds tegen tienen aan. Mooi donker dus. Toch geprobeerd zo snel mogelijk ons hostel op te zoeken. Deze zat in St. Kilda, een populaire wijk in het zuiden van Melbourne. Wij waren aangekomen ergens in het centrum. We hebben dus meteen maar even de weg gevraagd aan iemand.. Gelukkig rijden in Melbourne de trams af en aan, dus zijn we daar maar zo snel mogelijk ingestapt. Maarja de kunst is dan om op de goede momenten over te stappen. Aangezien wij allebei niet over al te veel aangeboren orientatievermogen beschikken, hebben we een behoorlijke tijd door deze megastad gedoold, trams op en afstappende. Na een klein uur waren we dan eindelijk waar we zijn moesten: het hostel. We hadden er drie nachten geboekt, achteraf waren dit drie nachten te veel. Het was echt een vreselijk hostel; we zaten op een kamer met 10 mensen, waar het een ongelooflijke bende was en de ruimte ook gewoon veel te klein was voor 10 mensen. Bovendien was het er 's nachts enorm lawaaiig. We hadden dan ook meteen al spijt om hierheen te gaan. Omdat het die 3 dagen ook nog is regenachtig en koud weer was, moesten we deze dagen maar snel weer vergeten.
Wel hebben we toen het idee opgevat om met de ferry naar Tasmania te gaan, een eiland ten zuiden van het 'vasteland' van Australie, vooral bekend vanwege de befaamde en unieke Tasmanian Devil. Daar hebben we dus tickets voor geregeld, en zondagochtend 10 februari om 9 uur 's ochtends voerden we uit. De tocht van Melbourne naar Devonport op Tasmania duurde ongeveer 9 uur, deze uren hebben we voornamelijk al slapend en films kijkend doorgebracht. Onderweg hadden we allebei nog wat last van zeeziekte, want dat deinen is op een gegeven moment echt niet grappig meer. Eenmaal aangekomen in Devonport hebben we een taxi genomen naar ons hostel, welke we voor 1 nacht geboekt hadden.
Aangekomen daar kwamen we meteen in contact met 2 Nederlanders; Alexander en Petra. Zij zaten op dezelfde ferry en waren dus ook net aangekomen hier. Deze twee hadden een auto meegenomen en al gauw leek het ons allemaal een goed idee om met z'n vieren door Tasmania te gaan reizen. De volgende morgen zijn we op tijd opgestaan, want we hadden een lange tocht voor de boeg. Eerst kwamen we door het plaatsje Penguin. Een dorp dat bekend is door, ja je voelt hem aankomen... pinguins. Dus wij vragen of we pinguins konden zien. Nou, niet dus, de pinguins zijn sowieso overdag niet te zien (dan zitten ze op zee), maar ook 's avonds kwamen ze hier sinds enkele jaren niet meer. Jammer van zo'n plaatsnaam dan weer.
Vervolgens hebben we onze weg vervolgd richting Cradle Mountain, een bekend nationaal park op Tasmania. We hadden gehoord dat het wel erg regenachtig is daar; 9 van de 10 dagen zou er regen vallen. Uiteraard hadden wij net die ene perfect zonnige en warme dag uitgezocht om het park te bezoeken. Het was echt een schitterend park; meertje met helderblauw water, met op de achtergrond een berglandschap en veel groen. Leverde natuurlijk prachtige plaatjes.
Toen we net weg wilden rijden uit het park, stak er op enkele meters voor onze auto een wombat de straat over op z'n dooie akkertje. Dat hadden meer toeristen gezien, dus iedereen met fototoestel in de aanslag die kant op. Wij konden uiteraard niet achterblijven, dus schoten we ook een mooi plaatje.
Later hebben we onze weg vervolgd naar Strahan, waar we nog slaapplaatsen moesten zoeken voor de nacht. Daar aangekomen leek eerst alles vol te zijn, maar nadat we gegeten hadden, hoorden we dat er toch nog een cabin beschikbaar was voor 4 mensen. Meteen geboekt dus.
Dinsdag weer op tijd eruit gegaan, want we wilden in Strahan zelf nog wat dingen doen, en aan het einde van de dag wilden we in Hobart, de hoofdstad van Tasmania zijn. In Strahan waren er een aantal mogelijkheden wat we konden gaan doen. Zo konden we een riviercruise doen, die ons zeer werd aanbevolen door een local. We konden ook met een soort stoomtrein door de bush gaan, wat ons ook wel gaaf leek. Deze opties bleken behoorlijk duur te zijn, dus in al onze wijsheid hebben we toen besloten om te gaan kayakken op het meer. Het leek eerst een mooie zonnige dag te worden, maar eenmaal op het meer begon het te regenen, te waaien en het werd dus steeds onaangenamer. We hebben nog even aangemeerd bij een strand, waar we in een soort kleedkamer zijn gaan staan. Daar waren we in ieder geval beschut tegen regen en wind. Trillend en blauw van de kou hebben we daar wat broodjes naar binnen gewerkt. Vervolgens zijn we als een speer teruggekayakt naar het startpunt, hebben we ons omgekleed, en zijn we in de warme auto gaan zitten. Heerlijk, zo'n ochtendje kayakken, moeten we vaker doen!
We zijn toen verder gereden naar Lake St. Clair, dat is eigenlijk hetzelfde nationale park als Cradle Mountain, maar dan helemaal aan de andere kant. Het begon alweer laat te worden, en we moesten nog een heel eind rijden naar Hobart, dus we zijn hier niet te lang geweest. Snel onze weg vervolgd en 's avonds kwamen we aan in Hobart. Daar hebben we boodschappen gedaan en om 10 uur 's avonds ging Alexander proberen rijst te koken voor ons 4. De pannen wilden niet echt meewerken, en zo kon het gebeuren dat we om 23.30 aan ons avondeten konden beginnen. Het stadium van honger waren we eigenlijk al gepasseerd toen, maar het smaakte nog steeds erg goed.
De volgende dag hebben we uitgeslapen en 's middags zijn we Hobart ingegaan. Eerst zijn we naar de oudste bierbrouwerij van Australie gegaan: Cascade Brewery. Hier hebben we natuurlijk de nodige pintjes geproefd, en het viel ons bepaald niet tegen. Daarna zijn we door de stad gewandeld. Ons was verteld dat met name het oude centrum en de haven erg mooi zouden zijn. Dat viel toch behoorlijk tegen, het stelde niet al te veel voor eigenlijk. 's Avonds wat tv gekeken in het hostel en vervolgens gaan slapen.
De volgende morgen (donderdag inmiddels) zijn we vanaf Hobart naar Port Arthur gegaan, in zuidoostelijke richting. Maar voordat we daarheen gingen, zijn we gestopt bij een park waar ze Tasmanian Devils houden. Wat een gave beesten zijn dat! Als je ze zo ziet, lijken het echt knuffelbeesten. Maar dat is voordat ze gevoerd worden. Een verzorger hield een konijn oid voor hun neus, en ze waren niet meer te houden. Ze vraten dat beest al ruziend met elkaar op. En met 'op' bedoelen we ook echt 'op'; er bleef echt niets meer van over, huid en botten vreten ze er zo bij op. Fantastisch om te zien. Verder zijn we daar nog even op de foto gegaan met wat kangoeroes, altijd leuk natuurlijk.
Na deze stop zijn we verder gereden naar Port Arthur, dit was eerder een grote gevangenis. Er zijn echter alleen nog maar ruines van over nu. Wat opviel was dat de meeste gevangenen nog geen 20 jaar waren geweest, en dat ze voor de meest onschuldige vergrijpen jarenlang of zelfs levenslang moesten zitten.
Dit gezien hebbend, vervolgden we de tocht naar Coles Bay, helemaal in het oosten van Tasmania. Het was nog een gigantisch eind rijden (je verkijkt je behoorlijk op de afstanden daar...) en 's avonds laat konden we gelukkig nog ergens een camping boeken. Jaja we kamperen hier zelfs. Avondeten hadden we nog niet gehad, dus staken we de bbq maar aan (11 uur 's avonds!). Niet helemaal volgens plan, maar uiteindelijk is het wel een erg gezellige avond geworden.
Vrijdag zijn we weer vroeg uit de veren gegaan (was niet erg moeilijk dit keer, gezien de weinig comfortabele slaapplaatsen) en op weg gegaan naar Freycinet National Park, en dan met name Wineglass Bay.. Deze Wineglass Bay is algemeen bekend als 1 van de mooiste stranden ter wereld. We hadden dus hoge verwachtingen. Om van het uitzicht te genieten, moesten we eerst een flinke klim maken. Maar dat was het dubbel en dwars waard, een geweldig uitzicht! Kristalhelder blauw water omringd door rotsen! Echt fantastisch!
We zijn via de rotsen nog afgedaald naar het helderblauwe water. Aangekomen daar was het nog mooier dan van boven. Eerst even met onze voeten in het water gestaan, het was behoorlijk koud! Het was sowieso geen al te warme dag, dus we waren niet echt gekleed op het nemen van een duik. Toch waren we van mening dat we absoluut even moesten gaan zwemmen in deze prachtige zee! Dus zijn we maar in onze boxershorts het water in gesprongen. Het was dan wel ijskoud, we hebben er toch maar gezwommen. De zee was zo helder, dat je op elke plaats waar je stond in het water, je eigen voeten duidelijk kon zien.
Omdat Alexander en Petra de volgende dag met de ferry teruggingen naar Melbourne, moesten we nog naar Devonport rijden, ongeveer 300 km. Onderweg daarheen hebben we besloten dat we toch ook nog even wat pinguins wilden zien, dus zijn we gestopt in Burnie, bij een pinguin-lookout. We waren precies op tijd. De pinguins komen dan uit zee lopen en zoeken hun nest op. We hebben er dus een paar gezien, maar helaas niet kunnen fotograferen. Er mag namelijk niet geflitst worden, want dat maakt die beesten bang en kan er voor zorgen dat ze dan niet meer terugkomen.
Een dag later (zaterdag) hebben we onze reisgenoten uitgezwaaid en hebben wij ook onze tickets geboekt voor de ferry terug naar Melbourne voor zondag (dan konden we namelijk korting krijgen). Die middag zijn we nog naar het strand geweest. De volgende morgen dus op de ferry gestapt, terug naar Melbourne.
Momenteel verblijven we bij Alfons en Betty, kennissen van familie van Jeroen. Zij wonen in het plaatsje Tyers, anderhalf uur rijden van Melbourne. Over ons reilen en zeilen daar vertellen we later meer.
Wederom bedankt voor de reacties! Keep 'em coming!!
Groeten Jeroen en Michiel
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley